https://webcolleges.uva.nl/Mediasite/Play/e132cccf178a45b8a5c762d4d4d780591d
Zijn inaugurale rede was, zoals te verwachten, net zo beschamend als zijn eerdere commentaren in uitzendingen van de Evangelische Omroep.
Deze mening ga ik u niet opdringen maar ik ga u ook niet de gelegenheid geven om dat maar af te doen als vooringenomen stemmingmakerij.
Nee, ik ga deze mening punt voor punt staven met de tekst van zijn "rede."
Ik nam aan dat hij zou uitleggen dat antisemitism niet echt in Nederland wortelschoot, zoals zijn Groningse collega onlangs ook nog zei over de provincie met de grootse Jodenhaat van de Lage Landen. Ik nam aan dart hij de verdrijving en uitroeiing van alle Joden in de Nederlandse dreven zou weglaten en werd daarin niet teleurgesteld. Geen hint daarover.
Het begint al goed met de ongestaafde opinie dat de opname in Amsterdam van Spaans-Portugese Joodse vluchtelingen en later de armere Hoogduitse Joden liet zien hoe tolerant de stad was. Volkomen onwaar, natuurlijk. De ze "opname" ging gepaard met 5 regels van apartheid waar deze Joden zich aan dienden te houden, waarbij de ergste was de uitsluiting van lidmaatschap van de Gilden. De enige reden om Joden toe te laten was dat ze konden helpen de kostbare 80-jarige oorlog tegen het Spaanse juk te financieren. Trouwens, Haarlem en Den Helder lieten al Joden toe toen Amsterdam daar niet toe bereid was.
Een volgend voorbeeld van Amsterdamse tolerantie noemt hij dat Spinoza zich in Amsterdam vestigde, wat zou blijken uit het nieuwe prominent-geplaatste beeld van hem. Grotere onzin heb ik van deze geleerde nog niet mogen vernemen. Hij werd vanwege zijn ketterse ideeën verbannen, zeer waarschijnlijk op aandringen van de niet-Joodse stadsautoriteiten, wat toch maar blijkt uit dat hij de stad verliet om er nooit meer terug te keren.
Ook de monumentale Esnoga en monumentale Hoogduitse synagogen getuigen van de "diepgewortelde historische tolerantie" van de stad. Even niet vermeld hoe de synagogen in de hongerwinter werden geplunderd en verwoest waar sinds de oorlog niemand zijn spijt of ontzetting over heeft uitgesproken. Het doet me denken aan Trump: hoe grotesker de leugen, hoe sneller naïeve mensen denken dat zoiets toch niet verzonnen kan zijn.
Hier een speciale link voor de kersverse professor om te leren Esnoga correct uit te spreken: https://www.howtopronounce.com/esnoga. En Talmoed moet worden uitgesproken met een d op het eind, niet een t. Het is ook 't gemenebest (nadruk op laatste lettergreep), niet 't gemene best.
Ook eeuwenlange bezoeken van hoogwaardigheden en toeristen aan de Jodenbuurt en haar Joodse bedenhuizen laat zien hoe tolerant men was in Amsterdam. Joden als bezienswaardigheid, al in 1852. Het was er wel vies maar dat was ook zo in de Duitse Jodenbuurten. Deze armoede die tot de diepste van Europa behoorde maar waar wat de stad koud liet. Zoals altijd, trouwens. Het was een Joods probleem. Maar ook zo schildrachtig.
Hij is 5 minuten bezig. Ik wacht op wanneer hij ineens roept: "Schaamt u zich niet om zo over de hoofdstedelijke Joden te denken?! Stereotypen en leugens!" Maar ergens weet ik al dat dit een droom is. Het nieuwe beleid is immers zand in de ogen strooien, wat staat haaks op wakker schudden.
"Joden kregen in het stedelijk stadsbeeld zo een vaste plaats." Decennia na de oorlog meldde Van Dale nog dat Joden bedriegers zijn. De rechter moest eraan te pas komen om dat te veranderen. Men had even niet bij het woordje antisemitisme gekeken. Dus daar bleef staan dat het de beweging was tegen de overdreven macht van Joden op de maatschappij. Tevergeefs zocht men in dat lemma naar het woordje vermeede. Ook Bargoens werd dieventaal genoemd. Het was een vaste plaats – dat wel.
Maar Joden staken ook de loftrompet over Amsterdam. Ze zeiden het zelf. Ja, om de niet-Joodse autoriteiten te vriend te houden, natuurlijk. Hier opgevoerd om te bewijzen dat Joden helemaal opgenomen waren. Pas onder de Franse bezetting kregen Joden burgerrechten maar feiten doen er niet toe als je hoogleraar Joodse geschiedenis bent. Schande.
"Het monument ter herinnering aan de sanering van de Jodenbuurt op de St. Antoniesluis" heeft een heimweegedicht van Jacob Israël de Haan wat ook moet bewijzen hoeveel Joden van Amsterdam hielden. Maar mag ik even opmerken hoe bot hij spreekt over het opruimen van de ruïnes achtergelaten door de niet-Joodse bevolking nadat ze de lege huizen van de weggevoerde Joden geplunderd hadden. Zelfs de enkelingen die terugkwam vonden niks terug van hun erbarmelijke woningen en schamele bezittingen. Hij noemt het oneerbiedig sanering. Schaamteloos.
Toeristen vonden de lucht in de vooroorlogse Jodenbuurt bar vies. Een van de redenen genoemd waren mosselen. Nou, die waren er zeker niet. Net als een landbouwtafreel in een Anatevka interpretatie waar een varken in knort. Ach, je zou er bijna om kunnen lachen als het niet zo treurig was.
Maar als je dacht dat het niet erger kon, komt nu toch een ongekend stukje geschiedvervalsing. Het was niet Napoleon die de Joden ook in Nederland eindelijk volle burgerrechten gaf. Niet, het was een nieuwe manier van kijken waarbij men niet langer de nadruk legde op het collectief maar het individu. Verder kun je ook dat weer verwerpen en zeggen dat het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit helemaal niet doorslaggevend hoeft te zijn. Vooral in een stad als Amsterdam waar Joden al als Amsterdammers gezien werden voor ze Nederlanderschap verwierven. Hoe verzin je 't. Maar hij gaat 't bewijzen. Niemand roept boe.
Nou, hij gaat het nog niet bewijzen. Hij praat eerst over allerlei ideeën die historici hebben en hebben gehad over uitsluiten en integreren van Joden. Geen woord over dat de integratie een bedreiging voor Joodse continuïteit betekende: ontslag van Jiddisch-sprekende leraren, gemengd huwelijk, assimilatie. De reden is duidelijk. Hij wil aantonen hoe fantastisch de niet-Joden Joden omarmden en wat die emancipatie dan voor Joden betekende was van geen belang. Een echt racistische invalshoek waarbij de Joodse ervaring er niet toe doet en alleen het belang van niet-Joden telt.
Zijn "bewijs" dat het mogelijk is zowel vol-Joods als vol-Nederlander te zijn haalt hij uit definities van niet-Nederlandse historici die geheel niet slaan op de situatie en gevoelens van Nederlandse Joden die vaak al 4 eeuwen in de Lage Landen woonden, zich naïef volledig Nederlander voelend hoewel de niet-Joden om hen heen hen bleven zien als minderwaardig uitschot. Hij voert geen bewijs aan dat Amsterdamse Joden een dubbele identiteit hadden maar algemene theorieën die zeggen dat dat kan. Dat is napraten van ideeën, geen historisch onderzoek. Niet van achttiende eeuw, wat hij toezei, of van enig andere tijd. Wat een aanfluiting. Niemand roept boe.
Ik zie hongerig uit naar een eerste zin die feitelijk klopt. Maar misschien – ik geef het toe – toch een tikkeltje naïef na ruim 20 minuten onzin. De laatste minuten moesten we luisteren naar wat weleens het hoogtepunt zou kunnen zijn van deze rede, hoe hij bedacht dat twee ideeën over Joden in de Diaspora tegelijkertijd waar kunnen zijn. Daarna krijgen we een stroom nieuwe termen, woordspelingen en het hele verhaal is redeloos, de oplettende toehoorder radeloos en het inauguratie reddeloos. Meer Neerlandistiek gesproken, naar Wim Kan, was het onderwerp de Joden, de professor het gezegde, en de toehoorders het leidend voorwerp.
Hij zegt dat door de eeuwen de integratie steeds verder toenam, wat natuurlijk niet waar was, maar wel stiekem toegeeft dat er eeuwenlang iets niet pluis was met de integratie. Wat? Gebrek aan burgerrechten, dus.
We krijgen nu een waar stukje eigen onderzoek. Als bewijs van Joodse integratie voert hij op dat vanaf het begin van de Hoogduitse gemeente in 1639 de gemeenteleden hun bestuurders democratisch kozen, maar dat in 1711, met "toestemming" van de Amsterdamse burgermeesters, de bestuursfuncties door de Joodse bestuurders onderling verdeeld werden zoals dat ook onder de bestuurders van Amsterdam het geval was. Ook kregen de welgestelden alle rechten en de armen geen, net als in de regelementen van de stad Amsterdam. Echter, wat hij niet zegt is dat dat helemaal geen integratie maar assimilatie aan antisociale normen in de niet-Joodse maatschappij is. Dat toestemming van het niet-Joodse bestuur nodig was voor hun regelement spreekt al helemaal boekdelen over de ondergeschikte positie van de Amsterdamse Joden. Dat Joden niet echt hun eigen zaakjes mochten regelen blijkt wel uit dat individuele Joden bij conflicten de algemene autoriteiten konden inroepen om in te grijpen. De spreker noemt dat dat de burgemeesters "bemiddelend optraden." Een vreemde idee over autocratische regenten. Die verordenen en verder niks.
Toen tien procent van de bevolking Joods was en de ontkerkelijking nog niet begonnen was, sloot de joodse gemeente een deal met het gilde van de bakkers om Joodse toezichthouders toe te staan zodat Joden ook brood en matses te eten hadden. Iets soortgelijks werd afgesproken met het kleermakersgilde. Hij noemt dat uitstekende relaties met de gildes en een bewijs van integratie. Dat is natuurlijk de grootste kolder. Joden bleven uitgesloten van de gildes. Produceren voor Joden leverde een grotere klandizie op voor deze gildes en zijn geen bewijs voor hartelijke relaties.
In de achttiende eeuw hadden vele Joden een agenda op zak die zowel de Joodse als de Christelijke speciale data vermeldde. Het verlangen om niet op Kerstmis je waren voor niks uit te stallen kan natuurlijk niet gezien worden als integratie van Joden en niet-Joden of het bestaan van een Amsterdams-Joodse identiteit. (Hij geeft per ongeluk toe dat Amsterdams betekende niet-Joods; Joden waren geen Amsterdammers.) Maar die sobere realiteit past niet in de agenda die de spreker hier lijkt te hebben.
Hij leidt integratie ook af uit een Joodse kroniekschrijver die spreekt over "Ons Amsterdammers." Ook een dubbele Torasiertoren in de vorm van de Westertoren met de drie heuse Andreaskruisen erop zou dit bewijzen. Hij laat weg dat de Christelijke aard van de drie kruisjes omstreden is. Ook vermeld hij niet wie deze vervaardigde en voor wie. Maar hier zijn we dus echt voorgelogen. Dit bewijs van vroege Joods-Amsterdamse integratie is midden-twintigste eeuw vervaardigd voor de synagoge in Paramaribo!
Hij noemt een populair onzinnig "bewijs" van Joodse integratie, dat Joden zich in Amsterdam vrijelijk overal mochten vestigen. Er was geen opgelegd getto. "Hoewel men zich vooral in de nieuwere wijken vestigden." Dat was in de vorige eeuw, meer dan een eeuw na de Franse bezetting. Maar zelfs na de Oorlog wilden veel Amsterdammers geen Jodenvolk over de trap. Joden wilden graag bij elkaar in de buurt wonen maar niet vanwege de Joodse winkels. Hij weet kennelijk niet dat je op sjabbat niet eindeloos wilt lopen naar de synagoge en ook op werkdagen niet voor dag en dauw de hele stad door wilt voor je een Joodse dienst kunt bijwonen. Dat Joden in Amsterdam in de enige gemêleerde buurt samen met ander niet-Joods uitschot woonden bewijst natuurlijk juist dat ze niet geïntegreerd waren.
Slecht een maal is geprobeerd de armzalige en op banen beluste Joden in Amsterdam tot een getto te beperken: in het midden van de achttiende eeuw. De Joden protesteerden. Ook zij hadden recht op vrijheid zoals de voorafgaande 100 jaar al. "Hier spreken Joden die Amsterdammers geworden zijn en die op hun rechten staan." Natuurlijk onzin, nog steeds zonder burgerrechten. (Nee, met de nieuwe maan werden geen gebeden op straat gezegd. Dat is een aantal avonden daarna pas.) Dit is dan zijn bewijs dat al voor het verkrijgen van burgerrechten, Joden in Amsterdam zich Amsterdammer voelden en Amsterdammers de Joden ook zo zagen.
Ten slotte zegt hij dat hij ook Jodendom gaat doceren. Dat wordt lachen.
Heeft er iemand geluisterd die een basiskennis van de geschiedenis van de Joden in Nederland heeft die dit gelooft? Ik niet. Tweeënveertig minuten rookgordijn om Amsterdamse Jodenhaat aan het oog te onttrekken. De eerlijk Nederlands-Joodse historici zijn overleden of hebben zelfmoord gepleegd. De nieuwe garde denkt ons een oor aan te kunnen naaien, de goeden niet te na gesproken, maar die worden geen professor. Voor mij hoeven ze niet van Joden te houden; alleen van de waarheid. Droef!
Zijn Groningse collega waagde te claimen dat je de historische plaatselijke Jodenhaat in zijn tijdsgewricht moest zien. Maar deze spreker lukt het om te spreken over de geschiedenis van Joden in Amsterdam zonder iets te zeggen over de dubbele verdrijving van alle Joden in de Middeleeuwen, daarna het mondjesmaat toelaten onder apartheidsregels van rijke Joden (verbod op in het openbaar hun godsdienst bedrijven of er over praten, op Joodse dienstmeisjes hebben of gemengd te huwen, en op de gewone arbeidsmarkt te mogen werken), dat alleen pas de Franse bezetting Joden burgerrechten gaf, dat de overgrote meerderheid van de Amsterdammers geheel onverschillig stonden tegenover het lot van de Joden, Joden niet op de universiteit toegelaten werden, Joden de vak- en vrouwenbeweging op poten zetten en daar niks voor terugzagen, de Nederlandse regering in de jaren '30 de grenzen sloot voor Duitse vluchtelingen en dat de enkelen die toch binnenkwamen in Westerbork moesten wonen (gebouwd met geld van de Joodse gemeenschap), dat Joden in de Oorlog uit werden gesloten van het openbare leven, werk, en scholen, dat ze werden weggehaald door gewone Amsterdamse politieagenten, tram- en treinbestuurders, en dat, zoals hierboven opgemerkt, hun woningen en gebedshuizen werden geplunderd en verwoest, terwijl de enkelingen die terugkeerden konden rekenen op geen steun, herstel, vergoeding of excuses, en op vooroorlogse Jodenhaat en achterstallige rekeningen van de stad. Ook natuurlijk geen woord over de Jodenhaat van de laatste decennia die het de herkenbare Joden in Amsterdam onmogelijk maakt wat wel in Berlijn kan, om vrij en veilig over straat te gaan. En, als je alle Jodenhaat ontkent, kun je ook niet noemen dat Amsterdam de eerste plek ter wereld was waar de algemene bevolking in opstand kwam tegen Jodenhaat, de Februaristaking.
Felicitaties aan de kersverse hoogleraar in de Joodse geschiedvervalsing.
No comments:
Post a Comment